Doorvoeren splitsingswet vertraagt verduurzaming Nederland nog verder
20-07-2015 '} {seo_descr}Minister Kamp moet zijn plannen staken om de omstreden splitsingswet verder uit te voeren. Hij kan zijn tijd en energie beter besteden aan het realiseren van de nationale klimaatdoelstellingen zoals de rechter recent oordeelde.
De splitsingswet is van het begin af aan omstreden geweest en alle energiebedrijven die beschikten over een eigen netwerkbedrijf waren tegen. De redenen toen waren voor de hand liggend en hadden vooral te maken met het feit dat het bezit van een netwerkbedrijf tot leidt tot een betere rating en dus tot betere leenvoorwaarden. Dit was nog in de tijd dat in energieland de bomen tot in de hemel groeiden en bedrijven als E.ON, NUON en Essent nog volop investeerden in nieuwe, grote kolengestookte centrales.
Inmiddels leven we in een nieuwe werkelijkheid. Op het absolute hoogtepunt van de markt zijn NUON en Essent verkocht tegen veel te hoge prijzen. Dit is geen eenvoudige constatering achteraf; ook ten tijde van de verkoop van NUON was bij Vattenfall al bekend dat er veel te veel betaald werd voor de overname van NUON. Tijdens het sluiten van die transacties waren de energieprijzen al aan het dalen maar zaten de meeste energiebedrijven nog in de ontkenningsfase. De meeste energiebedrijven waren toen nog in de veronderstelling dat het een tijdelijke dip betrof. Niets bleek minder waar.
Om de verkoop van de energiebedrijven doorgang te laten vinden, moesten NUON en Essent hun netwerkbedrijven afsplitsen. Dit had niets te maken met de splitsingswet zelf, maar met het feit dat de netwerkbedrijven niet in buitenlandse handen mochten komen. Dit gold destijds ook voor de kerncentrale in Borselle die door de verkoop van Essent voor 70% in eigendom van Delta is gekomen.
Het kromme van de Nederlandse splitsingswet wordt onderstreept door het feit dat zowel Vattenfall als RWE in Zweden en Duitsland wel over hun netwerkbedrijven beschikken.
Wanneer we in de jaarrekeningen over 2014 duiken, zien we dat Vattenfall en RWE beiden ongeveer 30% van hun winsten aan de netwerkbedrijven danken. De relatieve cash flow uit de netwerkbedrijven is zelfs nog veel hoger dan 30% maar helaas wordt hierover in de jaarrekeningen van de bedrijven niet al teveel uitgeweid. De jaarrekening van Vattenfall laat echter wel zien dat zij in 2014 SEK 29 miljard heeft geïnvesteerd. Hiervan is 17% in de netwerken geïnvesteerd, 28% in duurzame-energie-opwek zoals wind en water en 38% in fossiele-energie-opwek zoals kolen en gas. We kunnen dus vaststellen dat het overgrote deel van de cash flow uit het netwerkbedrijf wordt aangewend voor investeringen in nieuwe energie-opwek waarvan in dit geval helaas het gros fossiel.
Het voorbeeld van Vattenfall laat duidelijk zien dat het hebben van een netwerkbedrijf absoluut van toegevoegde waarde is voor een energiebedrijf. Logisch dus dat Essent, de Nederlandse Energie Maatschappij en Budget Energie na de uitspraak van de Hoge Raad dan ook om het hardst riepen dat Delta en Eneco zich niet langer moeten verzetten tegen de splitsingswet. Dit deden ze zowaar nog harder dan al die Nederlanders die de Staat opriepen om niet in beroep te gaan tegen de door Urgenda gewonnen uitspraak in de klimaatzaak. Met hun kortzichtigheid denken zij dat verdere afsplitsing zal leiden tot een betere concurrentiepositie terwijl het omgekeerde het geval zal zijn.
Voorstanders van duurzame energie hebben we na de uitspraak over de splitsingswet niet gehoord. Qurrent noch Vandebron noch Raedthuys noch Windunie hebben staan juichen over de uitspraak. Logisch, want deze energiebedrijven hebben duurzaamheid hoog in het vaandel staan en ook zij vrezen terecht dat Jeroen de Haas zijn uitspraken na zal komen door af te zien van € 400 miljoen aan investeringen in duurzame-energie-opwek.
Het verder doorvoeren van de splitsingswet is immers niet in het belang van de Nederlandse consument. Er zijn meer dan 50 energiebedrijven in Nederland met een vergunning om energie aan consumenten te leveren. Er is dus keus zat en er komen jaarlijks nog steeds energiebedrijven bij. Zij ondervinden in hun bedrijfsvoering geen enkele hinder van het feit dat er nog netwerkbedrijven zijn die niet volledig zijn afgesplitst noch zal hun bedrijfsvoering verbeterd worden doordat de netwerkbedrijven nog verder zijn afgesplitst.
Afsplitsing van de netwerkbedrijven van Eneco en Delta zal leiden tot hogere energierekeningen omdat verdere afsplitsing veel tijd, energie en geld gaat kosten. Geld dat alleen maar terecht gaat komen bij advocaten, fiscalisten en overige adviseurs. Uitgaven waar geen toegevoegde waarde tegenover staan maar die wel terugverdiend moeten worden. Dit uit zich in hogere energieprijzen of hogere transportkosten.
Verdere afsplitsing zal er ook toe leiden dat Eneco en Delta hun tijd en aandacht moeten besteden om uit handen te blijven van buitenlandse energiebedrijven waarvoor ze na afsplitsing een gemakkelijke prooi zijn geworden. Dit zullen dan juist weer buitenlandse energiebedrijven zijn die in eigen land nog wel over netwerkbedrijven beschikken en daardoor een dergelijke overname makkelijker kunnen financieren. En denk maar niet dat Eneco en Delta verkocht worden voor de hoofdprijzen waartegen NUON en Essent zes jaar geleden zijn verkocht, want die tijden zijn echt voorbij. En wanneer Delta en Eneco dan verkocht zijn, kunnen Essent, Budget Energie en de Nederlandse Energie Maatschappij hun borst natmaken omdat ze dan met buitenlandse concurrentie te maken krijgen die over veel grotere netwerken in het buitenland beschikken.
De belangrijkste reden om de afsplitsing niet door te zetten, zit in het verder vertragen van de verduurzaming van Nederland. Het afsplitsen van de netwerkbedrijven zal ertoe leiden dat zowel Eneco en Delta voorlopig niet investeren in duurzame-energie-productie omdat zij hun middelen hard genoeg nodig zullen hebben. Dit terwijl beiden behoren tot Nederlandse grootste investeerders in duurzame-energie-productie. Iets wat je van Essent niet kunt zeggen en van Budget Energie en de Nederlandse Energie Maatschappij al helemaal niet; die investeren alleen in marketingcampagnes en vergroenen hun kolenstroom met zo goedkoop mogelijke buitenlandse certificaten. Uit uitblijven van investeringen in duurzame-energie-productie in Nederland door Eneco en Delta zal de daling van de energieprijzen afremmen waardoor de consument op termijn alleen maar duurder uit is.
Kortom: afsplitsen van de netwerkbedrijven van Eneco en Delta is slecht voor het klimaat en slecht voor de consument.
Terug naar overzicht
Contact
Stichting GreencrowdBakkersweg 10
1852 EE Heiloo
KVK: 55527183
BTW: NL8517.51.659.B01
T: 06 438 70 777
E: [email protected]
W: www.greencrowd.nl